Je geeft voor het eerst deze cursus en weet het ook allemaal niet zo goed. Je loopt qua kennis eigenlijk maar een week voor op je studenten. Klinkt bekend? Tuurlijk. Iedere docent kan erover meepraten. Je moet immers ergens beginnen. Dat geldt aan de start van je loopbaan én elke keer als je een voor jou nieuwe cursus gaat geven. Hoe ga je om met die ongemakkelijke situatie?

Help, kan ik dit wel?
Voordat je je schuldig of zelfs incapabel gaat voelen, besef dat het niet aan jou ligt. De eerste keer dat je betrokken bent bij een cursus (of module, of vak, of hoe het bij jouw onderwijsinstelling heet) heb je waarschijnlijk niet het overzicht en misschien ook niet alle kennis die erin aan bod komt. Dat geeft veel stress, want hoe kun je het dan goed doen? Stel jezelf allereerst gerust. Het systeem verlangt van jou, dat je een cursus geeft die je niet kent. Dan kún je het eigenlijk niet echt goed doen. Want geloof maar niet dat je bij elke werkgever tijd krijgt om de cursus eerst te leren kennen voor je erin meedraait. Vaak ligt dat zelfs niet eens aan de werkgever. In het onderwijs klotst het geld de laatste jaren niet tegen de plinten. Alles moet zo efficiënt mogelijk om het onderwijs te kunnen aanbieden. Een keer proefdraaien in een cursus voordat je voor de klas verschijnt, is er doorgaans niet bij want dat is te duur. En dus ben je de pisang.
Toen ik voor het eerst bachelorscripties begeleidde, had ik dat nog nooit gedaan. Ja, dat klinkt nogal logisch, maar het leek me goed om dat toch eens te benadrukken. Ik had het nog nooit gedaan. Dus natuurlijk wist ik niet precies waarom de toetsvorm zo in elkaar zat, of de onderwijsvorm, of wat voor vragen ik kon verwachten van studenten. Ik wist nauwelijks wat er over twee weken op het programma stond. Vooruitkijken lukte niet, want het heden kostte meer dan genoeg tijd aan voorbereiding. Soms hebben studenten dat in de gaten. In mijn geval was er een student, die achter mijn rug om gevraagd heeft of ze niet een andere docent kon krijgen. Eentje die wist waar hij/zij/die mee bezig was, zodat zij niet de dupe zou zijn van mijn gebrek aan ervaring. Ergens kon ik haar verzoek begrijpen. Toch kwetste het me.
Als je je al onzeker voelt, is zo’n verzoek ‘killing’. Gelukkig heb ik pas later gehoord dat het speelde. Wie weet had ik ter plekke het bijltje erbij neergegooid, als ik het destijds had geweten. Het is onredelijk om van beginnende docenten te verlangen dat ze even goed zijn als docenten met meer ervaring. Onder beginnende docenten versta ik hier trouwens docenten die voor het eerst betrokken zijn bij een cursus, of ze nu net komen kijken of decennia in het vak zitten. Daar zit wel een verschil in, waarover hieronder meer, maar een voor jou nieuwe cursus is altijd een uitdaging. Van collega’s door de jaren heen weet ik dat het hen ook niet koud liet, om bijvoorbeeld in cursusevaluaties terug te lezen dat studenten liever een andere docent hadden gehad, die wel expert was op dat gebied.
Problemen en oplossingen
Er schuilt een aanzienlijk gevaar in docenten onvoldoende ruimte geven om zich gedegen voor te bereiden. Precies het bovenstaande namelijk: het ondermijnt de geloofwaardigheid van het onderwijzend personeel. Als je als student colleges hebt gevolgd bij docent X over onderwerp A, wat inderdaad niet diens expertise is, steun en kreun je al als je ziet dat je bij onderwerp B weer die docent gaat tegenkomen. Weet die daar dan wél iets vanaf? Pff, hebben ze hier ook docenten die hun eigen vak verstaan? Want een student heeft geen idee dat onderwerp A ook maar bij die docent over de schutting is gegooid, terwijl die veel liever B of C zou onderwijzen. Maar ja, in het hbo en wo geef je een deel van de tijd jouw eigen onderwerp en sluit je een groot deel van de tijd aan bij andere cursussen. Wij weten dat. Studenten vaak niet. En dan nog zou het ze misschien worst wezen, want ze betalen aardig wat om op niveau onderwezen te worden, zo luidt een veelgehoord argument.
Zoals gezegd is dit een probleem dat je als docent op verschillende momenten in je loopbaan kan (zal?) tegenkomen. Wanneer je net start, is alles nieuw. Dan zit je een groot deel van je werktijd in bovenstaande situatie. Heel vermoeiend, maar ja, je moet ergens beginnen. Mij heeft het geholpen om er open over te zijn dat ik bepaalde dingen nog niet goed wist – natuurlijk binnen de perken. Het gaat je niet helpen om studenten te vertellen dat je geen idee hebt waar het in deze cursus om draait. Neem in ieder geval de vraag weg bij studenten, hoe het kan dat hun docent niet altijd een goed antwoord heeft. Daarnaast zou ik zeker aan de bel (blijven!) trekken bij de cursuscoördinator en/of andere collega’s die beter bekend zijn met de cursus. Er is niet altijd structureel tijd voor uitgebreide voorbereiding, maar ik heb zelden meegemaakt dat een collega geen tijd voor me vrijmaakte.
Ben je langer docent, dan wordt die onzekerheid bij nieuwe cursussen vaak wat minder. Je kent deze specifieke cursus niet, maar je weet intussen hoe cursussen in het algemeen in elkaar zitten. Je weet waar je moet zoeken naar de belangrijkste leeruitkomsten/leerdoelen. Die geven je aanwijzingen over wat de kern van de cursus is. Kijk vooral ook naar de toetsen. Wat wordt daarin gevraagd? En hoe? Zorg dat je aan die onderwerpen en vaardigheden voldoende aandacht besteedt. Of je nu beginnend docent of routinier bent, het is zoals ik al zei altijd raadzaam om met collega’s te praten over de opzet en doelen van de cursus. Soms is er een wekelijks docentenoverleg. Dat helpt. Ik zou aanraden om daarnaast van tevoren zo’n gesprek aan te gaan. Het samen doornemen van de PowerPoint(s) als die er is/zijn, verkleint eveneens de stap in het onbekende.
Nuances
Is dit hele stuk niet een onterechte klaagzang? Philip, in hoeveel beroepen denk je dat je de ruimte krijgt om een taak eerst te oefenen en dan pas in de praktijk uit te voeren? Tuurlijk, goed punt. Maar lesgeven is best apart op een aantal vlakken. Je hebt als docent bijvoorbeeld tamelijk intensief ‘klantcontact’ – en dat met zo’n 25 ‘klanten’ tegelijk! Een college geven heeft wat weg van spelen in een toneelvoorstelling. Je publiek hoort en ziet alles wat je doet. Aan toneelstukken gaan doorgaans weken of zelfs maanden repetities vooraf. Aan colleges helemaal niet! Je staat met een hele cast op het toneel, of je werkt op een afdeling met collega’s die jou ter plekke kunnen bijstaan. Colleges geven doe je bijna altijd in je eentje. Dat zijn omstandigheden die het een pittig beroep maken. Meer ondersteuning voor docenten die voor het eerst betrokken zijn bij een cursus is nooit weg.
Dit is overigens geen betoog tegen het laten meewerken van docenten aan cursussen over onderwerpen waar ze minder goed mee bekend zijn. Het is enorm leerzaam en verrijkend om nieuwe kennis op te doen! Wat dan wel van belang is, is om die collega’s alle ondersteuning te bieden die ze daarbij kunnen gebruiken. Dat is beter voor hen, beter voor de studenten en beter voor de onderwijsinstelling.
Leave a reply